Boekbespreking in 'Haagwinde'

[23 sep 2018] Voor het najaarsnummer van het tijdschrift 'Haagwinde', van de Algemene Vereniging voor Natuurbescherming voor 's-Gravenhage en omgeving (AVN) heeft Frans Beekman een boekbespreking van 'Fraai3 schepsels' geschreven. De tekst van deze bespreking staat hieronder.

Website van de AVN

 

Grote sterns vissend in de branding of krijsend in hun broedkolonie: deze vogels hebben mij altijd geboeid. Sierlijk en behendig, maar ook bedreigd. Ed Buijsman schreef er onlangs een boek over.

Eind jaren vijftig vond ik op het Noorderstrand een grote stern die bij de oefeningen voor Prinsjesdag door hagel was getroffen. De vogel werd met uitstaande vleugels opgezet door Herman Peeters, een bekende Haagse preparateur.
Samen met een IJslandse tureluur was het een pronkstuk op mijn kamer tot onze kat de grote stern te grazen nam. Er bleef vrijwel niets van over.

Toen ik op Schouwen woonde hoorde ik veel over de fameuze vogelarijen, waarbij tot omstreeks 1950 ieder voorjaar eieren van kokmeeuwen en sterns werden geraapt. Ze broedden op de eilandjes in de inlagen langs de Oosterschelde. Zelf was ik in de gelegenheid het leven van de grote sterns in het Grevelingenmeer te volgen als hulpje van de vogelwachter Kees de Kraker. Over deze ‘fraaie schepsels’ is nu een mooi boek van de persen gerold. Ed Buijsman maakte er een standaardwerk van. Hij schrijft: 'De grote stern is een iconische broedvogel in Nederland. Met zijn helderwitte verenkleed, typische kuif, gele snavelpunt en eigenzinnig karakter is hij al sinds mensenheugenis in onze kustgebieden te vinden. Maar het had niet veel gescheeld of de vogelsoort was hier volledig verdwenen.'

De grote stern werd pas in 1787 als nieuwe vogelsoort beschreven. Met antieke afbeeldingen en archiefgegevens wordt de geschiedenis van ruim 200 jaar in beeld gebracht. De auteur beschrijft de grote stern niet alleen als soort, maar ook als onderdeel van het landschap langs de Noordzee, als object van begeerte om de veren en eieren, en als teken van kwaliteit van een kustmilieu. Het is een oogstrelend boek geworden. Veel aandacht is er natuurlijk voor de broedende grote sterns op het vogeleiland De Beer tegenover Hoek van Holland, dat een halve eeuw geleden roemloos ten onder ging bij de aanleg van het haven- en industriegebied Europoort. Veel oudere leden van de AVN zullen dat vogelparadijs nog kennen uit hun jeugd. Ondanks de aanslagen door vermindering van biotoop en landbouwgif in de jaren zestig maar dankzij de extra aandacht voor natuurkwaliteit in de laatste decennia heeft de grote stern zich toch weten te herstellen. Vooral het broeden op Noord-Texel is momenteel spectaculair.

Frans Beekman