Een kleine geschiedenis van de grote stern in Nederland

De grote stern (Sterna sandvicensis) was 'de glorie van De Beer', zoals de Rotterdamse natuurfotograaf, cineast en publicist Simon de Waard terecht meldt in zijn film over De Beer uit 1948. We hebben het dan over het begin van de jaren vijftig, toen de grote stern met ca. 10.000 broedparen op De Beer was vertegenwoordigd. Toch was dat niet altijd zo geweest.

De ornitholoog Van Oordt merkte in een artikel in Ardea in 1923 over de grote stern op: ‘Bij den Hoek van Holland komen zij ’s zomers geregeld voor, doch voor zoover ik weet, broeden zij er niet.’ Het eerste, gedocumenteerde broedgeval van de grote stern op De Beer dateerde van 1927. Het boek 'Het Vogeleiland' vermeldde dat in de tweede helft van de jaren twintig de grote stern nauwelijks op De Beer broedde. In 1929 waren er echter 381 paar. De grote stern was in Het Vogeleiland nog opvallend afwezig. Weliswaar spraken de auteurs over een ‘algemeene verschijning’, maar zij bedoelden hiermee (slechts) enkele honderden paren. Brouwer en Haverschmidt bespraken in een artikel in Ardea in 1932 hun recente waarnemingen op De Beer. Over de grote stern: ‘Op De Beer in 1932 800 paar. De Groote Stern kan daar dus wel tot de vaste broedvogels gerekend worden.’ Dit was het begin van een stormachtige ontwikkeling van de Grotesternkolonie op De Beer.

Stern op dameshoedHet dieptepunt in het aantal sterns rond 1910 is het gevolg van de zogeheten 'vogelmoord'. Het jaarverslag 0ver 1907 van de Nederlandsche Vereeniging tot bescherming van Vogels legt uit: ‘’t Talrijkst zijn altijd vertegenwoordigd de Sterna, ook wel vischdiefje geheten, een fraaie witte vogel met gitzwarte kruin, rozig bekje en dito pootjes. De Sterna verscheen gewoonlijk in ’t begin van April, om einde Augustus te vertrekken. In de tweede helft van Mei nestelde zij in de polders en langs ’t strand en broedde haar drie fraaie eitjes uit. Ook dit voorjaar zijn duizenden van zulke vogels op Texel neergestreken, doch er zullen er vermoedelijk slechts enkele honderden kunnen vertrekken als de herfst in aantocht is. De reden daarvan is, dat de sterna’s thans bij duizenden worden vermoord. Jagers, van elders gekomen, kruisen met bootjes langs de kust op en neer. Zoodra een sterna zich buiten den dijk waagt, knalt het moordend geweer en stort de vogel doodelijk getroffen in zee, waar de jager hem weldra heeft buitgemaakt. Van vrienden opkoopers ontvangt hij dan elf cent per stuk. Naar verzekerd wordt, snijdt men de vleugels der sterna af, die in ’t buitenland verwerkt worden ter versiering van dameshoeden. En voor zulk een dwaze modegril moeten duizenden fraai vogels worden vermoord. Is ’t niet gruwelijk? Wie onzer dames neemt het initiatief om aan dien vogelmoord een eind te maken?’

In 1936 scheef de opzichter van natuurmonument De Beer, De Jager: ’19 mei. De Grootesternkolonie gaat schitterend vooruit, thans hebben wij reeds 2000 nesten dezer vogels. Op een afstand gelijkt het als er een groot wit laken op de groene zeepostelein ligt.’ Het boek ' Kustbroedvogels in het Noordelijk Deltagebied' maakte op basis van historisch materiaal een reconstructie van de aantallen grote sterns in het noordelijk Deltagebied en als onderdeel daarvan ook op De Beer. Zo schatten zij dat het aantal broedparen op De Beer stijgt tot 5.000 aan het begin van de oorlog. Deze ontwikkeling schrijven zij toe aan een aantal factoren: een betere bescherming van de broedgebieden, die tot meer rust leidt, de vestiging van de kokmeeuw, die de grote sterns beschermen tegen predatoren. Dit laatste is overigens een merkwaardige kwestie, omdat lange tijd de kokmeeuwen als belagers van de grote sterns werden gezien. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog waren er in Nederland bijna 40.000 broedparen van de grote stern.

De populatie op De Beer verdween vrijwel volledig tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar het herstel begon opmerkelijk genoeg al weer in 1945. De jaren die volgden, lieten een steeds verdere toename van het aantal grote sterns op De Beer zien. In het begin en het midden van de jaren vijftig werd het hoogtepunt van rond de 10.000 broedparen op De Beer bereikt. Het totaal voor Nederland kwam daarbij weer op het vooroorlogse aantal van 40.000 broedparen. De telodrinaffaire zorgde vanaf 1956 voor een bijna totale vernietiging van de populatie, niet alleen op De Beer, maar in geheel Nederland.Toen zich in het begin van de jaren zestig een voorzichtig herstel aandiende, was het voor de populatie op De Beer te laat.

Begin jaren zestig waren er al weer 2.000-3.000 broedparen op De Beer, maar helaas verdween De Beer als broedgebied. Vanaf het midden van de jaren zestig nam de omvang van de populatie van de grote stern in Nederland weer toe, zij het in een laag tempo. Tegenwoordig zijn er 15.000-20.000 broedparen. Dat is zo’n 30% van de populatie in Noordwest-Europa. Het grootste gedeelte van de Nederlandse populatie bevond zich jarenlang op Griend. Kleinere kolonies kwamen toen (soms) voor in de Zeeuwe delta en op Texel worden aangetroffen. Tegenwoordig is Texel weer een belangrijk broedgebied.

Onderzoekers stellen dat de grote stern in Nederland in vergelijking met 50-60 jaar geleden sterk is afgenomen, maar dat de totale populatie in Noordwest-Europa zich nog steeds op een min of meer zelfde niveau bevindt.

Grafiek visdieven op De Beer

Het aantal grote sterns in Nederland en op De Beer. Voor de Tweede Wereldoorlog was De Beer een belangrijke broedplaats van de grote stern in Nederland; de belangrijkste was destijds het eiland Griend in de Waddenzee. Bron: Een eerste klas landschap, p. 160.